Het bot dat eerder dit jaar werd gevonden op het strand van Egmond aan Zee is van een mens en komt uit de periode na 1920. Dat blijkt uit onderzoek van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI). Daarmee is duidelijk dat het niet gaat om een archeologische vondst. Maar misschien komt er wel nooit duidelijkheid van van wie het bot is.
De vondst werd in maart gedaan door strandvonder Marco Snijders van de gemeente Bergen. Het bot lag deels in het water, vlak bij de kust. Volgens Snijders was al snel duidelijk dat het om een menselijk bot ging. “Wie een beetje heeft opgelet bij biologie, ziet al snel dat het om een dijbeen gaat”, vertelt Snijders tegen NH Nieuws, mediapartner van Streekstad Centraal.
Strondvonder Marco Snijders herkende de vondst in Egmond meteen als menselijk bot. (foto: Streekstad Centraal)De politie bracht het bot na de vondst naar het NFI voor verder onderzoek. Daar bevestigden onderzoekers dat het inderdaad om een menselijk dijbeen gaat en dat het bot afkomstig is uit de afgelopen eeuw. In theorie kan het bot daardoor te koppelen zijn aan een persoon.
Dat gebeurde eerder dit jaar ook bij een andere vondst in de regio. In april werden op het strand van Hargen botresten gevonden. Die bleken te horen bij een Belgische man die zeven jaar eerder als vermist was opgegeven. (tekst gaat verder onder de foto)
Bij Schoorl werd eerder dit jaar ook een menselijk bot gevonden, dat van een Belgische man bleek die al zeven jaar was vermist.Of zo’n identificatie ook mogelijk is bij het bot uit Egmond aan Zee, hangt af van DNA-onderzoek. “De vraag is of er DNA van bloedverwanten beschikbaar is om de identiteit vast te kunnen stellen. Dat is altijd afwachten”, vertelt een woordvoerder van de politie. Wanneer de uitslag van dat onderzoek bekend is, is nog niet duidelijk.
De vondst roept bij sommige mensen herinneringen op. Zo denkt Irene Maas-van den Broek (79) uit Badhoevedorp terug aan een tragedie uit haar familiegeschiedenis. Haar zwager Christiaan van Schaik kwam in 1954 om het leven bij de vliegramp met het toestel Willem Bontekoe, dat voor de kust van Egmond neerstortte. Alle 21 inzittenden kwamen daarbij om.
Na de ramp werden slechts twee lichamen teruggevonden. Irene weet dat de kans klein is dat het gevonden bot iets met die ramp te maken heeft. “Toch werd ik getriggerd toen ik over de vondst las”, zei ze eerder tegen NH.
De politie roept op botresten op het strand altijd te melden bij de autoriteiten. (foto: Streekstad Centraal)“De meeste lichamen zijn verloren gegaan in zee. Al jaren vraag ik me af waarom daar nooit meer van is aangespoeld.” Nu vaststaat dat het bot menselijk is en uit de periode na 1920 komt, hoopt ze dat het DNA-onderzoek misschien toch meer duidelijkheid geeft. “Niet per se voor mij, want de broers van Chris zijn al overleden, maar voor eventuele familieleden van de toen omgekomen mensen.”
Volgens de politie leidt niet elke vondst tot een identificatie. Daarbij is de hulp van familieleden cruciaal. Zij moeten DNA afstaan om een vergelijking mogelijk te maken. “DNA is uniek en daarom cruciaal bij de identificatie van onbekende slachtoffers.”
